Een aantal jaar later ging je je racefiets extreem goed verzorgen omdat je er zo hard voor had gespaard. Je fietste er alleen mee op zonnige dagen en piekerde er niet over om er een bospad mee in te rijden. Het zien van keistenen bezorgde je zelfs rillingen. Krasjes op jouw droomfiets stond gelijk aan iets weerzinwekkends, en daarom bleef je maandenlang, wat zeg ik jarenlang, op drukke bekende wegen fietsen. Met als gevolg dat je de weg moest delen met vele andere fietsers en automobilisten. Dit klinkt eigenlijk wel een beetje saai hè, als je bedenkt hoe je als kind was. Waar is die avontuurlijke geest gebleven?