Als jij een wielerwedstrijd zou organiseren, wat zou je dan veranderen om wedstrijden interessanter te maken?
Hennie: Minder verplaatsingen tijdens etappewedstrijden zou helpen. In mijn tijd waren er ook veel verplaatsingen, maar niet zoals tegenwoordig. Nu gaat de etappe naar de stad die het meest betaalt. En als die stad toevallig 400 km verderop ligt dan is dat zo en zet je de renners gewoon in een bus. Dat is niet duurzaam en moet dus veranderen.
Tom: Ik denk dat het probleem voor een deel veroorzaakt wordt doordat je vaak etappes van 200-250 km rijdt. Terwijl mijn ervaring in de grote wedstrijden is dat etappes van 150 km veel interessanter zijn. Kortere etappes zijn spannender voor het publiek, omdat er veel meer actie is. Het moet ook weer niet zo extreem en moeilijk worden dat het de renners verlamt.
Hennie: Je zou inderdaad de afstanden kunnen inkorten. Renners passen zich aan en de etappes worden dynamischer. Maar als je de etappes kort en zwaar maakt en vervolgens van de renners verwacht dat zich ook nog eens 400 km verplaatsen, dan krijgen ze onvoldoende rust. Ze hebben tijd nodig om te herstellen. Dus als ze om vijf uur 's middags klaar zijn, want dat is meestal prime time op tv, dan moeten ze eigenlijk binnen het uur in hun hotelbed liggen.
Tom: Organisatoren willen hun wedstrijd natuurlijk zo aantrekkelijk mogelijk maken, maar ze moeten niet denken dat extremer hetzelfde is als spannender. Niet iedereen is gek op massasprints bijvoorbeeld, maar die kunnen ze tegenwoordig zo mooi in beeld brengen, via camera's onderaan de fietsen. Ik durf te wedden dat je dan aan je stoel geplakt zit. Als je dit soort technieken de hele wedstrijd kunt toepassen, dan begrijp je de tactieken in een wedstrijd veel beter, het belang van positionering bijvoorbeeld, waarom iemand juist in die positie rijdt. Op die manier denk ik dat er nog veel ruimte voor vooruitgang is.